Zijn er seksueel getinte foto’s of video’s van jou of een dierbare verspreid op het internet? Wat vervelend. Steeds meer mensen worden helaas slachtoffer van dit soort praktijken, ook wel “wraakporno” genoemd. De Rechtbank Amsterdam heeft eerder uitspraken gedaan over wraakporno en omschreef het als “het plaatsen van intiem beeldmateriaal van (voormalige) relaties op openbaar toegankelijke websites”. Het kan gaan om foto’s in groepsapps van school, of om filmpjes die online worden gezet.
Het is lastig verspreiding van dit soort beelden effectief tegen te gaan. In de toekomst zal het verspreiden van wraakporno in het Wetboek van Strafrecht strafbaar worden gesteld. Er komt dan een maximale straf van twee jaar op te staan. Het tegengaan van wraakporno blijft echter lastig, omdat niet altijd is duidelijk wie begonnen is met het verspreiden van de beelden en wie verantwoordelijk is voor de verdere verspreiding. In deze FAQ wordt een aantal stappen omschreven die slachtoffers zouden kunnen nemen.
Regelgeving
Omdat wraakporno momenteel nog niet strafbaar is gesteld, moet de oplossing gezocht worden in andere regelgeving. In het kader van regelgeving is het belangrijk om goed te kijken wie je wilt aanspreken: de oorspronkelijke verspreider of wellicht de websites waar de beelden zich op bevinden. Wij gaan ervan uit dat degene die de beelden – in het geheim – gefilmd en verspreid heeft een en dezelfde persoon is. Ook wanneer de beelden niet in het geheim gefilmd zijn maar jij destijds ingestemd hebt met het filmen of fotograferen, kan verspreiding toch onrechtmatig zijn. De rechter heeft namelijk al geoordeeld dat instemming geven om bepaalde foto’s of video’s te maken niet hetzelfde is als toestemming geven om deze beelden online te zetten.
Ten eerste kan het verspreiden van wraakporno algemeen als smaad gekwalificeerd worden. Smaad is strafbaar gesteld in artikel 261 van het Wetboek van Strafrecht.
2.Indien dit geschiedt door middel van geschriften of afbeeldingen, verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen, of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore wordt gebracht, wordt de dader, als schuldig aan smaadschrift, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
3.Noch smaad, noch smaadschrift bestaat voor zover de dader heeft gehandeld tot noodzakelijke verdediging, of te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat het te last gelegde waar was en dat het algemeen belang de telastlegging eiste.
Wanneer de beelden tevens worden gebruikt om iemand te dwingen tot bepaalde handelingen of bedreiging kan er sprake zijn van dwang (artikel 284 Wetboek van Strafrecht) of bedreiging (artikel 285 Wetboek van Strafrecht), welke beide ook strafbaar zijn.
Ten tweede kan de verspreiding van wraakporno privaatrechtelijk kwalificeren als een onrechtmatige daad. Artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: “BW”) bepaalt dat wanneer je toerekenbaar een onrechtmatige daad pleegt jegens een ander je verplicht bent de geleden schade te vergoeden. Hiertoe moet het om te beginnen een daad betreffen die als onrechtmatig gekwalificeerd kan worden. Dit is krachtens lid 2 van artikel 6:162 BW het geval indien sprake is van een inbreuk op een recht, dan wel een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt. In het kader van wraakporno is sprake van inbreuk op een recht, namelijk op het recht op privacy dat voortvloeit uit artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: “EVRM”).
Overige voorwaarden die gesteld worden voordat iemand aansprakelijk gehouden kan worden op grond van artikel 6:162 BW zijn de toerekenbaarheid, schade, een causaal verband tussen de onrechtmatige daad en de schade en als laatste het relativiteitsbeginsel.
Ten derde is er het portretrecht. Indien jij herkenbaar in beeld komt op de ongewenst geplaatste beelden kan tevens een beroep worden gedaan op het portretrecht (artikel 19 t/m 21 Auteurswet). Volgens de Auteurswet kan een geportretteerde zich verzetten tegen de openbaarmaking van de beelden waar hij of zij op staat, wanneer deze persoon daarbij een redelijk belang heeft. In het geval van wraakporno zal van zo’n redelijk belang snel sprake zijn. Wanneer een afbeelding in het kader van wraakporno wordt verspreid hoeft het gezicht van het slachtoffer bovendien niet overduidelijk in beeld te zijn om een beroep te kunnen doen op het portretrecht.
Ten vierde is er het privacyrecht. Foto’s en beelden van natuurlijke personen (mensen) zijn namelijk persoonsgegevens de zin van artikel 4 Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: “AVG”). Naaktfoto’s kunnen vanwege hun , worden gekwalificeerd als “bijzondere persoonsgegevens” in de zin van de AVG. Dit betekent dat het in principe zelfs verboden is deze gegevens te verwerken (artikel 9 AVG).. Indien degene die op de beelden te zien is geen toestemming heeft gegeven voor de verspreiding van de beelden dan is die verspreiding verboden. Degene die op de beelden staat kan daarom de (porno-)websitebeheerders verzoekende beelden te verwijderen (artikel 17 AVG). Dit recht op verwijdering geldt ook tegenover de oorspronkelijke verspreider. Omdat deze echter vaak kwaad wil of omdat het onbekend is wie de oorspronkelijke verspreider is, heeft het over het algemeen meer zin om een verzoek aan de websitebeheerder te richten.
Ten vijfde is er recht dat specifiek betrekking heeft op internettussenpersonen. Als websitebeheerders, nadat zij op de hoogte zijn gesteld van de onrechtmatigheid van de beelden de beelden niet verwijderen kunnen zij aansprakelijk worden gesteld. De internettussenpersoon kan op grond van artikel 6:196c lid 4 BW aansprakelijk worden gesteld omdat hij kennis heeft of besef krijgt van de beelden en daarom de informatie direct dient te verwijderen of toegang daartoe onmogelijk dient te maken.
Oplossing
Wat moet je nu doen als er beelden van jou rondgaan? Het is in ieder geval verstandig om de volgende stappen te ondernemen:
- Schrijf een brief aan de websites waarop de beelden onrechtmatig verspreid worden. Verzoek de websitehouders om verwijdering (voorbeeld: verwijderingsverzoek). Sommige websites hebben hiervoor een speciale een notice-and-takedown-procedure ingericht. Dit houdt in dat als jij aangeeft om welke beelden het gaat, zij deze zo snel mogelijk verwijderen. Geef zo specifiek mogelijk aan (bijvoorbeeld door het invoegen van een URL link) waar de beelden zich bevinden. Het kan soms zo zijn dat ze voor correcte verwijdering wat extra gegevens van jou nodig hebben. Reageert de websitehouder nou niet op het bericht, stuur dan een tweede bericht waarin je aangeeft een klacht in te dienen bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Hopelijk is dit dreigement voldoende, het blijft natuurlijk altijd mogelijk daadwerkelijk een klacht in te dienen.
- Indien de beelden vindbaar zijn op basis van het invullen van jouw naam via een zoekopdracht op zoekmachines, zoals Google, dan bestaat er de mogelijkheid tot het indienen van een zogenaamd vergeetverzoek. De informatie staat dan nog steeds op het internet maar is niet meer vindbaar via de zoekmachine. Anderen zullen de beelden dan dus veel minder snel tegenkomen.
- Het onvindbaar maken van de beelden via zoekmachines en het verwijderen van de websites heeft enkel zin als de verspreiding ook bij de kern wordt gestopt. Het is daarom een goed idee om aangifte te doen bij de politie op basis van smaad (en dwang en bedreiging indien daar sprake van is).
- De politie is er voor de handhaving van het strafrecht. Om vorderingen op basis van overig recht, onder andere het privacyrecht, portretrecht en de onrechtmatige daad te laten slagen, kun je het best een advocaat inschakelen. Een advocaat kan bijvoorbeeld een sommatiebrief opstellen waarin staking en/of schadevergoeding gevorderd kunnen worden. Let wel op: het kan heel goed zo zijn dat verspreider geen gehoor geeft aan de sommatiebrief. In dat geval bestaat de mogelijkheid om het geschil voor te leggen aan een rechter. Procederen kost tijd en geld. Het is dus belangrijk om een goede afweging te maken of het pijn en moeite waard is.