Het opvoeren van een musical is een leuke gelegenheid voor leerlingen om zelf iets te organiseren en op creatieve wijze bezig te zijn. Wat veel enthousiaste leerlingen en leraren alleen niet weten, is dat er auteursrechten rusten op veel musicals en voorstellingen. Alleen met toestemming mogen de leerlingen deze opvoeren. Veel scholen zijn in het verleden al eens op de vingers getikt en ontvingen een hoge claim van een rechtenbeheersorganisatie als Buma/Stemra op de deurmat, omdat zij zonder toestemming een musical hebben opgevoerd voor tientallen toeschouwers.
Het auteursrecht beschermt musicals en toneelstukken
Musicals en toneelstukken vallen onder de reikwijdte van de Auteurswet, als het script, de liedteksten en de bladmuziek voldoen aan de vereisten voor een ‘werk’ uit de Auteurswet. Deze eis houdt ten eerste in dat een creatie oorspronkelijk moet zijn en derhalve niet ontleend mag zijn aan een ander werk. Bovendien is vereist dat het persoonlijk stempel van de maker op de creatie rust, wat inhoudt dat de maker creatieve keuzes heeft gemaakt en deze zichtbaar zijn in de expressie van de creatie. De praktijk leert dat aan deze eis al snel wordt voldaan. U kunt er dus vanuit gaan dat op vrijwel alle musicals en toneelstukken auteursrechten rusten. Als er auteursrecht rust op een musical of toneelstuk dan dient u toestemming te vragen van de maker of van de degene aan wie de maker het auteursrecht heeft overgedragen (de rechthebbende).
Uitzondering op toestemming krijgen
U hoeft geen toestemming te vragen als de auteursrechten vervallen zijn. Een auteursrecht vervalt zeventig jaar na de dood van de (langstlevende) maker van het werk. Een voorbeeld is de musical Grease, die is gemaakt door Jim Jacobs en Warren Casey. Warren Casey is in 1988 overleden, Jim Jacobs leeft nog. De rechten vervallen dus pas zeventig jaar na de dood van Jim Jacobs.
Onderwijsuitzondering?
Gelden er dan echt geen uitzonderingen op het auteursrecht? Vaak wordt gedacht dat scholen die geen winst maken op een musical worden uitgezonderd van de regel, maar niets is minder waar. Er bestaat inderdaad een uitzondering voor het onderwijs in de Auteurswet, die bepaalt dat er geen toestemming hoeft te worden gevraagd voor het opvoeren van voorstellingen die uitsluitend dienen tot het onderwijs en waarmee geen winst wordt gemaakt. Daaraan zit een grote ‘maar’: de musical dient deel uit te maken van het leerplan. Daar is bij een musical als extraatje voor de leerlingen geen sprake van. Ook valt een schoolmusical niet onder een opvoering in de privésfeer, omdat er vaak tientallen mensen komen. Dit zou anders zijn als een leerling met drie vrienden een toneelstuk bedenkt en deze thuis voor de ouders wordt opgevoerd.
Schadevergoeding
Zoek daarom eerst uit of er nog auteursrechten rusten op de musical die u met school wilt opvoeren en aan wie die toekomen. Er kan toestemming gevraagd worden aan de rechthebbenden om de musical op te voeren, maar de kans is groot dat u een hoge licentievergoeding moet betalen om de musical op te mogen voeren. Veel scholen hebben helaas niet een groot budget om te besteden aan een groep 8 musical en besluiten daarom om zonder toestemming de musical op te voeren. Dit is absoluut niet aan te raden, want rechthebbenden kunnen een schadevergoeding (die eventueel hoger uitvalt dan de licentievergoeding) vorderen als zij erachter komen dat er gebruik zonder toestemming is gemaakt van hun werk. Bovendien vorderen rechthebbenden vaak de (juridische) kosten terug die zij hebben gemaakt in het kader van het handhaven van hun rechten.
Alternatieven
Voor een schoolmusical moet er dus toestemming gevraagd worden aan de rechthebbende. U loopt het risico op onnodig hoge kosten gejaagd te worden als u dit niet doet. Op internet staan vele draaiboekjes van Nederlandse musicals (zoals op www.muzikantine.nl), die scholen voor een schappelijk bedrag kunnen aanschaffen. Ook zou u een eigen musical kunnen schrijven met een eigen verhaal en liedjes, waar u dan het auteursrecht op zou hebben.