Bij een consumentenkoop (een aankoop door een consument bij een professionele verkoper) heb je als consument recht op wettelijke garantie. Dit wordt ook wel de verkopersgarantie genoemd. De wettelijke garantie houdt in dat een product moet voldoen aan de redelijke verwachtingen die je als consument mag hebben, op basis van wat het product is, de prijs, de omschrijving en wat de verkoper heeft toegezegd.
Als een product niet goed werkt of niet de eigenschappen heeft die je redelijkerwijs mocht verwachten, dan is het niet conform. Je hebt dan recht op kosteloos herstel, vervanging, of in sommige gevallen ontbinding van de overeenkomst prijsvermindering. Denk bijvoorbeeld aan een wasmachine die niet naar behoren functioneert of een product dat in de verkeerde kleur of maat is geleverd.
De duur van de wettelijke garantie is niet vastgelegd in een specifiek aantal maanden of jaren, maar hangt af van de aard van het product en de verwachte levensduur. Een wasmachine of computer moet bijvoorbeeld langer meegaan dan een speelgoedauto. Daarbij geldt wel dat het product op een normale manier moet zijn gebruikt.
Klachtplicht
Als consument heb je een klachtplicht. Dat betekent dat je een gebrek aan het product binnen een redelijke termijn na ontdekking moet melden bij de verkoper. Volgens de wet is een melding binnen twee maanden in ieder geval op tijd (artikel 7:23 BW). Meld je het gebrek te laat, dan kun je mogelijk je recht op herstel of vervanging verliezen.
Fabrieksgarantie (commerciële garantie)
Naast de wettelijke garantie kan een product ook een fabrieksgarantie of commerciële garantie hebben. Deze wordt meestal aangeboden door de fabrikant of de verkoper zelf. In een garantiebewijs staan dan specifieke toezeggingen over bijvoorbeeld de duur van de garantie of welke defecten worden gedekt. Een belangrijk voordeel van fabrieksgarantie is dat tijdens de looptijd van die garantie de fabrikant of verkoper moet bewijzen dat een defect is ontstaan door onjuist gebruik. Bij wettelijke garantie ligt die bewijslast in de meeste gevallen na zes maanden bij de consument. In de eerste zes maanden na aankoop geldt er een zogeheten vermoeden van non-conformiteit (artikel 7:18 lid 2 BW): als er een gebrek is, wordt aangenomen dat dit al bestond bij levering, tenzij de verkoper het tegendeel bewijst.
Een voorbeeld: gaat een wasmachine na anderhalf jaar stuk en is er geen fabrieksgarantie meer, dan moet de consument bewijzen dat het defect niet door verkeerd gebruik komt. Bij een lopende fabrieksgarantie van vijf jaar draait die bewijslast juist om: de fabrikant moet dan aantonen dat het defect jouw schuld is.
Let op! Wettelijke garantie staat altijd voorop
De fabrieksgarantie is aanvullend, en mag geen afbreuk doen aan je wettelijke rechten. Volgens de wet heeft de verkoper een informatieplicht: hij moet jou als consument duidelijk informeren over je wettelijke rechten én over wat de commerciële garantie wel of niet dekt. Onvoldoende informatie mag niet leiden tot verwarring over jouw wettelijke rechten.