Het recht om vergeten te worden op Google
door Babette Dol
Ongepaste foto’s die als eerste hit bovenkomen als je aanstaande werkgever jouw naam op Google intypt, of bepaalde informatie waarvan je niet wilt dat het nog steeds met jou geassocieerd wordt. Hoewel het recht om vergeten te worden al in 2014 door het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) werd erkend in het Google/Spanje arrest, is dit nu ook expliciet als recht neergelegd in de AVG. Wat houdt dit recht precies in en hoe kun je je hierop beroepen? Dien direct een vergeetverzoek in.
Uit artikel 17 van de AVG blijkt dat er een aantal gevallen zijn waarin een organisatie persoonsgegevens moet wissen als je dit verzoekt. Je hebt dit recht wanneer:
- de persoonsgegevens niet langer nodig zijn;
- je jouw toestemming intrekt;
- je bezwaar maakt tegen de verwerking;
- de persoonsgegevens onrechtmatig zijn verwerkt, of
- je jonger bent dan 16 jaar en de persoonsgegevens zijn verkregen bij het gebruik van een online dienst.[1]
Toch zal het verzoek om gegevens te wissen in bepaalde gevallen geweigerd worden. Dit zijn de gevallen waar de verwerking van persoonsgegevens noodzakelijk is:
- voor het uitoefenen van het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op informatie;
- voor het naleven van een wet waarvoor het noodzakelijk is dat gegevens worden verwerkt of voor het vervullen van een taak van algemeen belang of het uitoefenen van het openbaar gezag;
- voor redenen van algemeen belang op het gebied van volksgezondheid;
- voor wetenschappelijk of historisch onderzoek of voor statistische doeleinden;
- voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering.[2]
In de Google/Spanje zaak spande een Spaanse
man een proces aan tegen zowel de krant als Google, omdat hij er niet blij mee
was dat na het intypen van zijn naam op Google er krantenpagina’s over de gedwongen
verkoop van zijn huis bovenaan kwamen. De man vond dat de informatie van jaren
geleden niet meer relevant was en daarom slechts zijn reputatie schaadde. Uiteindelijk
moest het HvJEU zich over deze kwestie buigen.[3]
Het HvJEU oordeelt dat de activiteiten van een zoekmachine als Google aangemerkt
moeten worden als verwerken in de zin van de privacyrichtlijn. Dit komt erop
neer dat Google een rechtmatige grondslag voor verwerking dient te hebben,
waarbij het privacybelang van de aanvrager en het belang van het recht op
vrijheid van meningsuiting en recht op informatie tegen elkaar dienen te worden
afgewogen. Het HvJEU oordeelt dat Google over dient te gaan tot verwijdering
indien de informatie “gelet op het geheel
van de omstandigheden van het onderhavige geval, ontoereikend, niet of niet
meer ter zake dienend of bovenmatig is ten aanzien van het doel van de
betrokken verwerking door de exploitant van de zoekmachine”.[4]
In deze zaak kreeg het recht op privacy van de Spaanse man voorrang op het economisch
belang van de zoekmachine én op het belang van het publiek om informatie te
verkrijgen. Het HvJEU is van mening dat een zoekmachine als Google informatie
in kaart kan brengen die anders moeilijk met elkaar in verband kan worden
gebracht. Daardoor kunnen internetgebruikers een min of meer gedetailleerd
profiel van de persoon waarop gezocht is opstellen. Om deze reden werd dit
aangemerkt als een grotere inbreuk op het privéleven dan publicatie van de
webpagina door de eigenaar daarvan. De webpagina van het krantartikel op zich werd
daarom wel als rechtmatig beschouwd.[5]
In zeker niet in alle gevallen wordt vergelijkbaar geoordeeld. Google
beroept zich bij dergelijke verzoeken namelijk vaak op het ‘algemeen belang’ van
het publiek bij toegang tot bepaalde informatie. Een sprekend voorbeeld hiervan
is een zaak van de Rechtbank Amsterdam, waarin eiser een beroep deed om sporen
van crimineel gedrag te wissen.[6]
De rechtbank oordeelde dat negatieve publiciteit als gevolg van een ernstig
misdrijf in zijn algemeenheid juist blijvend relevante informatie over een
persoon is.[7] Zijn
verzoek om vergeten te worden werd daarom niet ingewilligd.
Mocht je zelf een dergelijk verzoek willen doen, motiveer dan goed waarom de
betreffende informatie ontoereikend, niet of
niet meer ter zake dienend (irrelevant) of bovenmatig
is. Omdat de aard van de informatie, de gevoeligheid daarvan voor het
privéleven van de aanvrager en het belang van het publiek om over de informatie
te beschikken per geval verschilt, zal voor elk te verwijderen zoekresultaat
een aparte afweging gemaakt moeten worden. Gebleken is echter dat je zwaarwegende
en gerechtvaardigde redenen moet hebben om een verzoek om vergeten te worden te
kunnen laten slagen.[8]
[1] Artikel 17 lid 1 AVG.
[2] Artikel 17 lid 3 AVG.
[3] HvJEU 13 mei 2014, zaak C-131/12 (Google/Spanje).
[4] Ibid., r.o. 94.
[5] Ibid., r.o. 87, 88.
[6] Rechtbank Amsterdam, 18 augustus 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:6118.
[7] Ibid., r.o. 4.11.
[8] HvJEU 13 mei 2014, zaak C-131/12 (Google/Spanje), r.o. 76.