Het merkenrecht dient om te voorkomen dat je als consument in verwarring raakt over de herkomst van producten of diensten en om te voorkomen dat concurrenten oneerlijk profiteren van de reputatie van een merk. Niet alleen grote internationale ondernemingen kunnen belang hebben bij een merkrecht. Ook een zelfstandige ondernemer of de bakker om de hoek kan een merkrecht hebben. Er kan een merkrecht rusten op woorden, afbeeldingen, vormen, kleuren, slogans etc.
Waarop kan je een merkrecht hebben?
Merkrecht kan je krijgen op tekens die dienen om de waren of diensten van een onderneming te onderscheiden. Het kan dan gaan om een of meerdere woorden (zoals Coolbest of Douwe Egberts) , een afbeelding (denk aan het logo van Shell), een zin of slogan (zoals Steeds verrassend altijd voordelig) of een vorm (denk aan de Toblerone-reep). Zelfs een geluid of kleur kan merkenrechtelijk beschermd worden.
Belangrijkste vereiste is dat het merk onderscheidend vermogen heeft. Dat betekent dat de consument in staat moet kunnen zijn om de waren of diensten die onder het merk aangeboden worden te onderscheiden van die van andere ondernemingen. Daarnaast moet het teken grafisch kunnen worden voorgesteld. Dat is belangrijk omdat het merk geregistreerd wordt. Derden kunnen dan in het merkenregister nagaan of een bepaald teken beschermd is.
Waarop niet?
Niet alle tekens kunnen als merk worden ingeschreven. Over het algemeen wordt inschrijving geweigerd als het merk:
- Niet grafisch worden voorgesteld. Een smaak kan bijvoorbeeld geen merk zijn, maar een kleur wel.
- Geen onderscheidend vermogen heeft. Een merk dat heel beschrijvend is, zoals ‘telefoongids’ kan niet beschermd worden.
- In strijd is met de goede zeden of openbare orde. Scheldwoorden kan je dus niet als merk inschrijven.
- Zou kunnen leiden tot misleiding van het publiek. Het merk ‘Trappistenbrood’ kan je dus niet registreren als het gaat om brood dat niet uit een Trappistenklooster komt.
- Een geografische aanduiding bevat van de herkomst van wijnen en spiritualiën, die niet afkomstig zijn uit het als zodanig gebruikte gebied. Denk aan gebruik van het woord Champagne voor Zuid-Afrikaanse sprankelende wijn; of
- Al door een ander is ingeschreven en ook als zodanig wordt gebruikt.
Wanneer heb je een merkrecht?
Het recht op een merk kan je alleen krijgen door het merk in te schrijven, ook wel een ‘depot’ genoemd. Dat kan je doen voor de Benelux met een beneluxdepot, voor de hele Europese Unie met een Uniedepot of voor een aantal landen van de wereld met een internationale inschrijving. Het enkel gebruiken van een teken als aanduiding voor waren of diensten is dus niet voldoende; de bescherming die je daarmee kunt verkrijgen is beperkter, in de vorm van de Handelsnaamwet.
Het inschrijven van een merk kost geld. De kosten verschillen per soort inschrijving. Kijk voor meer informatie over registratie voor de Benelux op de website van het BBIE, voor meer informatie over registratie voor de Europese Unie op de website van het EUIPO, en voor meer informatie over internationale registratie op de website van de WIPO.
Wie heeft het merkrecht?
Degene die het merk als eerste registreert verkrijgt het merkrecht. In het merkenregister (BBIE & EUIPO) kan je opzoeken wie de rechthebbende is op een merk.
Hoe lang duurt het merkrecht?
In principe kan de duur van het merkenrecht eeuwig zijn. De geldigheidsduur van de inschrijving van een Beneluxmerk is 10 jaar, te rekenen vanaf de datum van het depot. Het kan echter onbeperkt elke keer opnieuw met 10 jaar worden vernieuwd.
Wat kan je ermee?
Als merkhouder heb je het exclusieve recht om je merk te gebruiken in het economisch verkeer. Je kan dan ook optreden tegen inbreuk op je merkrecht door derden. Daarnaast kan je je merkrecht exploiteren door licenties te verlenen aan anderen om het merk te gebruiken of door het merkrecht over te dragen aan een ander.
Wanneer maak je inbreuk?
Er zijn vier situaties die inbreuk op een merk opleveren, voor meer informatie hierover zie de pagina over merkinbreuk.
Uitzonderingen
Een merkhouder kan niet altijd optreden tegen inbreuk op zijn merkrecht. Er zijn een aantal uitzonderingen opgenomen in de merkenwetgeving. Zo kan de merkhouder zich niet verzetten tegen:
- gebruik van iemands eigen naam of adres.
- gebruik van aanduidingen van soort, kwaliteit, hoeveelheid, bestemming, waarde of andere kenmerken van de waren.
- gebruik dat nodig is als aanduiding van de bestemming van de waar. Dat is bijvoorbeed het geval bij accesoires of onderdelen. Je mag dus het merk Gilette gebruiken om aan te duiden dat bepaalde mesjes passen in het scheersysteem van Gilette.
Daarnaast kan de merkhouder zich niet meer verzetten tegen gebruik van zijn merk wanneer zijn recht is uitgeput.