De toekomst van de bewaarplicht
Na de terroristische aanslagen in Madrid in 2004 en Londen in 2005 ontstond er in Europa de behoefte om bepaalde gegevens van gebruikers van telecommunicatiediensten te bewaren.
Dit resulteerde in de Dataretentierichtlijn, die in 2006 in werking trad. Overheden en commerciële organisaties waren vanaf toen verplicht alle telefonie- en internetgegevens van gebruikers te bewaren met als doel om de ernstige criminaliteit te bestrijden De gegevens onthulden met wie, hoe vaak, voor hoe lang en vanaf waar werd gecommuniceerd. Op grond van de Dataretentierichtlijn was het niet toegestaan om de inhoud van de gesprekken te bewaren.
Deze richtlijn heeft in de hele Europese Unie voor hevige discussie gezorgd, met name wegens de inbreuk op privacy van gebruikers. Tijdens een rechtszaak in 2014 waarbij de geldigheid van de richtlijn werd betwist, heeft het Hof van Justitie deze in zijn geheel vernietigd. Volgens het Hof maakte de richtlijn zonder onderscheid inbreuk op fundamentele rechten van alle Europeanen die gebruik maakten van bijvoorbeeld een telefoon of laptop. Dit houdt in dat de richtlijn betrekking had tot alle personen, alle middelen en alle gegevens, zonder dat enig onderscheid werd gemaakt, enige beperking werd gesteld of enige uitzondering werd gemaakt op basis van het doel van de richtlijn: de bestrijding van zware criminaliteit. Daarnaast was het niet vereist om een verband aan te tonen tussen de bewaarde gegevens en de bedreiging die betreffende persoon vormde voor de openbare veiligheid. De richtlijn was zelfs van toepassing op personen voor wie er geen enkele aanwijzing bestond dat hun gedrag, direct of indirect, een verband vertoont met zware criminaliteit. Tenslotte hadden autoriteiten geen voorafgaande toestemming nodig om toegang te krijgen tot de bewaarde gegevens.
De Nederlandse versie van de richtlijn (Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens) werd niet lang daarna in 2015 ook buiten werking gesteld wegens strijdigheid met het recht op privacy. Naar aanleiding van de vernietiging van de Dataretentierichtlijn, heeft minister Opstelten eind 2014 een conceptvoorstel ter wijziging van de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens gepubliceerd. Het kabinet wil de bewaarplicht blijven handhaven, maar wel worden er wijzigingen voorgesteld om de Nederlandse wet in overeenstemming te brengen met de eisen van het Hof. Die wijzigingen zien bijvoorbeeld op voorafgaande beoordeling door autoriteiten of gegevens verstrekt mogen worden en de bewaartermijnen.
Momenteel is er veel discussie gaande over de vraag of dit nieuwe wetsvoorstel wel een verbetering is ten opzichte van de oude wet. De aanpassingen komen namelijk niet helemaal tegemoet aan de bezwaren van het Hof. Vooral het ongericht opslaan van alle gegevens, ook gegevens van niet verdachte personen, blijft mogelijk. We moeten daarom afwachten of het wetsvoorstel het tot een wet maakt. Tot die tijd mogen overheden en commerciële organisaties de gegevens van gebruikers niet bewaren.
Tamilla Abdul-Aliyeva